De reanimatieoproep
Je krijgt een reanimatieoproep via HartslagNu….En dan?
Ben je in staat naar de reanimatie te gaan?
Na een reanimatieoproep beoordeel je als eerste of je in staat bent om ernaartoe te gaan. Ben je fit, heb je geen alcohol gedronken, heb je geen kinderen rondlopen waarvoor je de verantwoordelijkheid hebt, etc. Pas wanneer je echt in staat bent om te reanimeren ga je op weg naar de AED en/of het slachtoffer.
Je moet eerst de AED ophalen. Hoe gaat dat in zijn werk?
In de oproep heb je het adres en eventueel een code van de kast gekregen. Haal de AED uit de kast en laat de kast open zodat de volgende burgerhulpverlener die aankomt direct ziet dat de AED al is opgehaald.
In het stuk: openen van AED-kast meer uitleg over het openen van de meest voorkomende kasten.
Houd je aan de verkeersregels
Ondanks dat je op weg bent naar een reanimatie blijven de normale verkeersregels gelden. Houd je ook daaraan! Het gebruik van de claxon of van alarmlichten onderweg naar het slachtoffer is niet toegestaan. Evenmin te hard rijden, inhalen of tegen het verkeer in rijden. Probeer daarom gebruik te maken van de fiets. Je merkt dat je dan veel minder last hebt van andere weggebruikers, verkeersmaatregelen en geen parkeerruimte hoeft te zoeken.
Ga je toch met de auto, parkeer hem dan op enige afstand van het adres van het slachtoffer zodat de hulpverlenende instanties (ambulance, politie, brandweer) ruimte hebben om hun auto’s in de buurt van het adres van het slachtoffer te plaatsen.
Wees herkenbaar als burgerhulpverlener
Als de hulpdiensten aankomen op het adres van het slachtoffer is het voor hen vaak niet duidelijk wie er nu familie, een nieuwsgierige voorbijganger of een burgerhulpverlener is. Wij adviseren bij iedere AED die is aangemeld bij HartslagNu minimaal één HartslagNu-hesje te voegen. Heb je als burgerhulpverlener geen HartslagNu-hesje dan kun je een geel hesje aantrekken. Voor de bij HartslagNu aangemelde AED’s in Eindhoven hebben wij gratis HartslagNu-hesjes beschikbaar.
Binnen de burgerhulpverlening zijn zes taken te onderscheiden:
- Veiligheid/rust creëren
- Werkruimte maken
- Reanimatie en AED toepassen
- Samenwerken en overdragen
- Familie begeleiden
- Hand- en spandiensten verrichten
Samenwerking met hulpdiensten
De samenwerking tussen burgerhulpverleners en professionals (brandweer, politie, ambulance) gaat in de meeste gevallen goed.
Kom je bij het slachtoffer binnen meld je dan altijd door hard te zeggen dat je burgerhulpverlener bent. De centralist van de meldkamer weet dan ook dat je gearriveerd bent. Wanneer je bij aankomst al één ambulance of politievoertuig ziet staan, keer dan niet direct om maar stel je aan de hulpdiensten voor als burgerhulpverlener en vraag of je hulp nodig is. Mocht blijken dat jouw hulp niet nodig is, dan kun je voorstellen om nog ongeveer vijf minuten buiten te wachten om andere burgerhulpverleners weer terug te sturen.
Maak werkruimte
Soms tref je het slachtoffer zo aan dat je niet direct kunt starten met reanimeren. Bijvoorbeeld wanneer je die op bed of op het toilet aantreft. Je moet dan eerst zorgen dat er voldoende werkruimte is. Mogelijk moeten hiervoor spullen of het slachtoffer verplaatst worden. Hiervoor is overleg en samenwerking nodig. Ben je de eerste of is het slachtoffer te zwaar vraag dan aanwezigen jou te helpen of wacht tot de tweede burgerhulpverlener arriveert.
De reanimatie
Ben je burgerhulpverlener 1, 2 of 3 die aanwezig is bij het slachtoffer, start dan de reanimatie en AED-procedure. Arriveer je als 4e vang dan de hulpdiensten buiten op en trek een HartslagNu-hesje. Deze zit meestal bij de AED. Stuur de later arriverende vrijwilligers terug als zij niets kunnen doen. Zo voorkom je drukte die de professionele hulpverlening in de weg kunnen zitten.
Overdracht aan de ambulance
Soms wil het ambulanceteam informatie over het slachtoffer en de huidige situatie. Vaak zullen ze de vragen aan de familie gericht zijn. Soms willen ze ook nog informatie van de burgerhulpverleners. Vaak zal dat de onderstaande informatie betreffen:
- Wat heb je geconstateerd en gedaan?
- Hoeveel analyses heeft de AED gedaan?
- Heeft de AED geschokt en zo ja hoe vaak?
Houdt bij het verstrekken van informatie rekening met de privacy. Ga respectvol om met de dingen die je ter plekke hoort en ziet.
Begeleiden van familie en kennissen
Voor je gevoel denk je wellicht dat je iets zinnigs moet zeggen. Echter is het belangrijkste dat je er bent. Stel je op als goede buur. Wees er alert op geen van valse hoop te geven. ‘Het valt wel mee’ of ‘het komt allemaal wel goed’ zijn daar voorbeelden van. Zeg liever iets als ‘we doen ons uiterste best’.
Stel jezelf voor en vraag of er iets is wat je kunt doen. Aan de reactie zie je vaak hoe je het beste kunt helpen.
Hierbij is het ook belangrijk wat de professionele hulpverleners aangeven. Geven zij aan dat je de familie even mee moet nemen, geef daar dan gehoor aan.
Je kunt familie praktisch begeleiden bij het voorbereiden op het vervoer naar het ziekenhuis. Overleg dit eerst met de ambulanceteams zodat het ook zeker is dat het slachtoffer naar het ziekenhuis moet. Wanneer slachtoffers thuis overlijden, gaan zij meestal niet met de ambulance mee.
- Voorbereiden op rit naar ziekenhuis (in overleg);
- Moet de familie of kennis zich nog aankleden?
- Moeten er nog mensen op de hoogte gebracht worden?
- Zijn het gas en licht uit?
- Heeft hij zijn huissleutels bij zich?
- Heeft hij kleingeld of een pinpas bij zich?
- Heeft hij belangrijke telefoonnummers bij de hand?
- Zijn er huisdieren die opgevangen moeten worden?
Terugbrengen van de AED
Heb je de AED meegenomen naar de reanimatie, breng deze dan altijd terug naar de plek waar je hem opgehaald hebt en sluit de kast.
Meld je inzet bij de beheerder/eigenaar en vermeld daarbij of de AED ook daadwerkelijk gebruikt is en zo ja, of hij geschokt heeft. Is de eigenaar of beheerder niet bekend, meld je inzet dan in het evaluatieformulier van HartslagNu. Zij nemen dan contact op met de eigenaar.
Nazorg
Een reanimatie kan een schokkende ervaring zijn. Soms is het daarom fijn dat je erna contact kan hebben met de betrokkenen van de reanimatie. HartslagSamen breng de betrokkenen met elkaar in contact.
In sommige wijken zijn er wijkteams die ook nazorg regelen. Neem met hen contact op wanneer dat nodig mocht zijn.
Vaak is het fijn enkele dagen na de reanimatie met de aanwezige burgerhulpverleners te evalueren hoe het gegaan is. Het noteren van elkaars gegevens direct na de reanimatie kan daarom goed zijn.
Reanimatienetwerk Amersfoort heeft een video gemaakt over een reanimatieoproep. Deze wordt hieronder weergegeven.